
VAN DEN WOORDE GODS
3de Serie.
X.
De mensch, geschapen naar den beelde Gods, was bestemd om de heerlijkheid van den Schepper te openbaren in eene volkomen harmonische vereeniging met den Heere. Hij was geroepen alzoo in de volle ontplooiïng van zijn wezen de deugden te verkondigen Desge ...

VAN DEN WOORDE GODS
XXII.
5e Serie.
Daar wordt dus in Gods: oord menschelijk gesproken van en door den Heere. Alleen zóó kunnen ons worden verstaanbaar gemaakt de eeuwige dingen. Indien de Heere Zich niet nederboog tot ons. Zich, om zoo te zeggen, niet aan onzen nederen, creatuurlijken ...

VAN DEN WOORDE GODS
2e Serie.
LVI.
De opgang naar den akker der dooden kan ons diep ontroeren, weemoedig stemmen. Als wij daar wandelen over de graven onzer voorgeslachten, de namen zien van zoovelen, die wy gekend hebben, met wie wij omgingen in het verleden, dan spreekt tot onze ziel ...

VAN DEN WOORDE GODS
3e Serie.
XXXI.
Het ware, levende geloof is een geloof op God, waaraan de bloem der hope zich ontplooit. Dat geloof vindt zijn eindpunt in God, die Zijn Woord spreekt. Gods kinderen hooren Gods Woord en gelooven dat Woord, onderwerpen zich in gehoorzaamheid aan dat W ...

VAN DEN WOORDE GODS
XXXI.
2e Serie.
De zondekennis behoort niet slechts tot hetgeen Gods kinderen doorleven, doch zij is algemeen menschelijk. Ook de natuurlijke mensch wordt door haar wel bezocht, want de consciëntie is gegrond in het menschelijk wezen. Er is geen mensch, in wien zij n ...

VAN DEN WOORDE GODS
4 e Serie.
XXII.
Genesis 7 : 12—16. En een plasregen was op de aarde veertig dagen en veertig nachten. Even op dienzelfden dag ging Noach en Sem en Cham en Japhet, Noach's zonen, desgelijks Noach's huisvrouw en de drie vrouwen zijner zonen met hen in de ark : Zij en ...

VAN DEN WOORDE GODS
2e Serie.
Uit het ongeschreven Woord.
XLVII.
De verkiezende werking van Gods genade heeft de strekking door de geschiedenis der menschheid van den beginne de groote lijn te trekken, die van het aardsche paradijs naar het hemelsche heenwijst. Uit de verkiezende daden Gods komt ...

VAN DEN WOORDE GODS
5e Serie.
VII.
Noach was een geloofsheld, een man, die God vreesde, een teeder geestelijk leven kende in verborgen gemeenschap met den Heere. Hij was ook een man, rijk aan bevinding, want hij wandelde met God. Daarin is juist het bevindelijke leven werkzaam. Bespiege ...

VAN DEN WOORDE GODS
3e Serie.
XXIX.
Noach was een man des geloofs. De Heere sprak tot hem, dat hij zich eene ark van goferhout zou maken, ingericht tot het herbergen van vele wezens, terwijl hij eigenlijk niet kon weten, waartoe dit alles dienen moest. Eerst als hem tot in de kleinste b ...

VAN DEN WOORDE GODS
2 e Serie.
Uit het ongeschreven Woord.
XLV.
Eeuwen voordat er van eene Heilige Schrift sprake was, had de menschheid reeds een klaar besef van het vreeselijk verderf, dat de zonde bracht in de ontwrichting van het zedelijk leven. Het geslacht, dat leefde uit het genadeverbond ...